Duinrand Apotheek

Bronovolaan 3 2597AX Den Haag Tel:070-3244435 Fax:070 3281271

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Klachten zoeken > Klachten overzicht > Blaasontsteking bij mannen

Inhoud

Blaasontsteking bij mannen

Wat is blaasontsteking bij mannen?

Bij een blaasontsteking is de binnenkant van de blaas ontstoken. Dat komt door bacteriën.

Een blaasontsteking komt door bacteriën. 

  • Bacteriën komen via de plasbuis in de blaas.
  • Ze gaan aan de binnenkant van de blaas vastzitten. Die gaat ontsteken.

Vaak is het de bacterie die bij iedereen in de darm leeft. Deze zit ook rond het poepgat (anus) en de plasbuis.

Als u uw blaas niet helemaal leeg kunt plassen, is de kans op blaasontsteking groter. Dat speelt bij oudere mannen vaak een rol.

U heeft ook meer kans op een blaasontsteking als:

  • u blaas- of nierstenen heeft
  • uw weerstand minder is, zoals bij diabetes of door medicijnen die de weerstand verminderen
  • als u een urinekatheter heeft (een slangetje door de plasbuis naar uw blaas)

Een blaasontsteking is niet besmettelijk.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Bij blaasontsteking:

  • Drink veel: 2 tot 3 liter per dag (bijvoorbeeld water, thee, melk).

Cranberry of vitamine C slikken helpt niet als u een blaasontsteking heeft.

Zo voorkomt u dat u weer blaasontsteking krijgt: 

  • Blijf veel drinken: 2 tot 3 liter per dag (bijvoorbeeld water, thee, melk).
  • Ga direct plassen als u voelt dat u moet.
  • Plas de blaas helemaal leeg.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Bel altijd dezelfde dag uw huisarts als u denkt dat u blaasontsteking heeft. 

Als u antibiotica slikt: Bel dezelfde dag uw huisarts of huisartsenpost bij 1 van deze klachten:

  • koorts (38 graden of hoger). Meet de temperatuur via de anus (poepgat)
  • een ziek gevoel
  • pijn tussen uw anus en balzak of in uw zij

Heeft u de laatste pil antibiotica geslikt? En heeft u 2 dagen daarna nog steeds klachten? Bel op werkdagen uw eigen huisarts. Breng weer een potje verse plas mee voor onderzoek.

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Antibacteriële middelen
Antibacteriële middelen werken tegen infecties veroorzaakt door bacteriën, zoals blaasontstekingen. Het is van belang dat de kuur geheel wordt afmaakt.

Afhankelijk van het soort bacterie en de ernst van de ontsteking wordt een bepaald antibacterieel middel voorgeschreven.

  • Nitrofurantoïne doodt bacteriën. Het komt na inname vrij snel via de nieren in de urine terecht. Daarom is het erg geschikt bij infecties van de urinewegen, zoals een blaasontsteking. Nitrofurantoïne wordt gebruikt bij eenvoudige blaasontstekingen. Nitrofurantoïne wordt ook gebruikt om urineweginfecties te voorkomen bij mensen die vaak, meer dan drie keer per jaar, blaasontstekingen hebben.
  • Fosfomycine doodt bacteriën. Fosfomycine-infuus wordt gebruikt bij diepergelegen urineweginfecties.
  • Trimethoprim doodt vele soorten bacteriën. Het dringt door in de bacterie en verhindert de aanmaak van een voor de bacterie essentiële stof. Hierdoor sterft de bacterie af. Trimethoprim wordt gebruikt bij eenvoudige blaasontstekingen. Trimethoprim wordt ook gebruikt om blaasontstekingen te voorkomen bij mensen die vaak, meer dan drie keer per jaar, blaasontstekingen hebben.
  • Amoxicilline doodt vele soorten bacteriën en heeft een goede opname in het lichaam. Het blokkeert een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei waardoor de bacterie afsterft. Amoxicilline kan gebruikt worden bij blaasontstekingen als nitrofurantoïne en trimethoprim niet in aanmerking komen. Bij sommige patiënten wordt amoxicilline afgebroken door bacteriën zodat het zijn werking niet meer kan doen. Clavulaanzuur gaat dit tegen en verbetert zo het effect van amoxicilline. Voorbeelden zijn amoxicilline, amoxicilline in combinatie met clavulaanzuur.
  • Antibiotica van het sulfonamide-type doden vele soorten bacteriën. Ze dringen door in de bacterie en verhinderen de aanmaak van een stof die essentieel is voor de bacterie. Hierdoor sterft de bacterie. Sulfonamiden worden gebruikt bij blaasontstekingen als nitrofurantoïne, trimethoprim en amoxicilline niet in aanmerking komen. Voorbeeld is sulfamethoxazol in combinatie met trimethoprim.
  • Chinolon-antibiotica remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze blokkeren een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei. Hierdoor kan de bacterie zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af. Chinolon-antibiotica worden gebruikt bij blaasontstekingen door bacteriën die niet gevoelig zijn voor bovenstaande middelen. Voorbeelden zijn ciprofloxacine, levofloxacine, norfloxacine en ofloxacine.
  • Tetracycline-antibiotica remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze remmen de eiwitaanmaak van de bacterie. Een bacterie die geen eiwit kan aanmaken kan zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af. Tetracycline antibiotica worden gebruikt bij urineweginfecties door bacteriën die niet gevoelig zijn voor bovenstaande middelen. Voorbeeld is tetracycline.
  • Cefalosporine-antibiotica doden vele soorten bacteriën. Ze blokkeren een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei, waardoor de bacterie afsterft. Cefalosporine-antibiotica worden gebruikt bij blaasontstekingen door bacteriën die niet gevoelig zijn voor bovenstaande medicijnen. Voorbeelden zijn cefotaxim, cefuroxim en cefalexine.
  • Carbapenem-antibiotica doden vele soorten bacteriën. Ze remmen een eiwit dat belangrijk is voor de bacteriegroei, waardoor de bacterie doodgaaat. Voorbeeld is meropenem.
  • Aminoglycoside-antibiotica doden vele soorten bacteriën. Ze grijpen in op de eiwitaanmaak binnen de bacterie. Een bacterie kan zonder eiwitten niet verder groeien. Hierdoor sterft de bacterie. Een voorbeeld is gentamicine.
    Glycopeptide-antibiotica doden verschillende soorten bacteriën door de bouw van de bacteriewand te belemmeren. Hierdoor wordt de bacteriewand erg zwak en valt de cel uiteindelijk uit elkaar. Een voorbeeld is teicoplanine.
  • Piperacilline met tazobactam doodt vele soorten bacteriën en het blokkeert een eiwit dat belangrijk is voor de bacteriegroei waardoor de bacterie doodgaat. Het wordt gebruikt bij blaasontstekingen door bacteriën die niet gevoelig zijn voor bovenstaande medicijnen. Bij sommige patiënten wordt piperacilline afgebroken door bacteriën zodat het zijn werking niet meer kan doen. Tazobactam gaat dit tegen en verbetert zo het effect van piperacilline.
  • Methenamine doodt sommige soorten bacteriën doordat het in een zuur milieu in formaldehyde en ammoniak splitst. Formaldehyde beschadigt bijvoorbeeld het DNA van de bacterie en het remt de reparatie van het DNA. Hierdoor gaan de bacteriën dood. Na een paar dagen merkt u dat de klachten van de infectie minder worden.

Flucytosine
Flucytosine wordt gebruikt bij een blaasontsteking die wordt veroorzaakt door de gist Candida. Flucytosine verhindert dat de Candida-gist eiwitten aanmaakt. Om te groeien heeft de gist eiwitten nodig. Hierdoor sterft de Candida-gist.

Bij blaaspijnsyndroom (interstitiële cystitis):

Dit is een vorm van blaasontsteking die niet komt door bacteriën en duurt vaak erg lang. Daarom helpen antibiotica niet.

Dimethylsulfoxide (DMSO)
Dimethylsulfoxide wordt gebruikt bij blaaspijnsyndroom. Dimethylsulfoxide helpt, bij sommige mensen, de verschijnselen van de ziekte te verminderen.

Pentosanpolyzwavelzuur
Pentosanpolyzwavelzuur wordt gebruikt bij mensen met blaaspijnsyndroom. Bijvoorbeeld als ze pijn hebben in hun blaas en vaak moeten plassen. Pentosanpolyzwavelzuur kan bij sommige mensen de pijn in de blaas verminderen en kan ervoor zorgen dat ze minder vaak moeten plassen.

Terug naar overzicht