Duinrand Apotheek

Bronovolaan 3 2597AX Den Haag Tel:070-3244435 Fax:070 3281271

Medische Encyclopedie

Inhoud

hydroxycarbamide

Hydroxycarbamide is een kankerremmende stof (cytostaticum).

Artsen schrijven het voor als chemotherapie (chemokuur) bij een bepaalde vorm van bloedkanker (chronische myeloïde leukemie).

Het wordt ook gebruikt bij een bepaalde vorm van bloedarmoede (sikkelcelziekte of sikkelcelanemie) en bij een bloedstollingsziekte door ziekte aan het beenmerg (polycythaemia vera).

Wat doet hydroxycarbamide en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die fataal kan zijn als men er niets aan doet.

Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

Hydroxycarbamide wordt gebruikt bij:

  • Chronische myeloïde leukemie (CML). Dit is een vorm van kanker in het beenmerg, waarbij er te veel van een bepaald soort witte bloedcellen in het bloed aanwezig is.

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel bevatten dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen, met kanker tot gevolg.

Bij chronische myeloïde leukemie heeft onderzoek aangetoond dat het DNA van de chromosomen 9 en 22 zijn beschadigd, waardoor ze aan elkaar vast gaan zitten. Dit koppel chromosomen wordt het Philadelphia-chromosoom genoemd. Dit Philadelphia-chromosoom veroorzaakt de foutieve groei van de beenmergcellen.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen.

Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan drie kilo per maand).

Bij chronische myeloïde leukemie (CML) is in eerste instantie alleen de milt vergroot. Na verloop van jaren kunnen er ook klachten van extreme moeheid, bloedingen en pijn boven in de buik ontstaan.

Werking
Hydroxycarbamide verhindert de celdeling. Kanker wordt zo geremd.

Lees meer over kanker . “

Bloedarmoede

Hydroxycarbamide wordt ook gebruikt bij sikkelcelziekte (sikkellcelanemie). Dit is een erfelijke vorm van bloedarmoede, waarbij ook andere ziekteverschijnselen kunnen optreden.

Gezonde rode bloedcellen zijn vervormbaar, waardoor ze door kleine openingen kunnen. Bij sikkelcelziekte zijn de rode bloedcellen star, waardoor ze de bloedvaten verstoppen en makkelijk kapot gaan.

Hydroxycarbamide stimuleert de aanmaak van beweeglijkere rode bloedcellen.

Lees meer over bloedarmoede . “

Trombosebeen

Hydroxycarbamide wordt gebruikt bij trombocytemie en polycythemie vera.

Trombocytemie (trombocytose)
Hierbij heeft u te veel bloedplaatjes in het bloed. Als er teveel bloedplaatsjes zijn, kunnen ze samen klonteren en een bloedstolsel vormen.
Via het bloed kan het bloedstolsel ergens anders komen en een kleiner bloedvat afsluiten. Als dit bloedstolsel een bloedvat in het been afsluit, spreken we van een trombosebeen. Bij een trombosebeen kan het bloed minder goed stromen en krijgt het been te weinig bloed. Ook kan een ader helemaal afgesloten zijn. Uw onderbeen kan dan dik, rood en pijnlijk zijn.

Trombocytemie komt voor bij verschillende vormen van bloedkanker, maar kan ook andere oorzaken hebben.

Hydroxycarbamide remt de vorming van de bloedplaatjes.

Polycythemie vera (ziekte van Vaquez-Osler)
Hierbij maakt het beenmerg te veel rode bloedcellen aan. Het maakt vaak ook te veel bloedplaatjes en witte bloedcellen.

Door het teveel aan bloedcellen wordt het bloed minder vloeibaar (stroperig) en stroomt het minder goed. Dan is er meer kans op bloedstolsels.

Verschijnselen van polycythemie vera zijn hoofdpijn, duizeligheid, kortademigheid, jeuk en koude handen en voeten.
Verder is er meer kans op trombose(been), hartinfarct, longembolie of beroerte.

Hydroxycarbamide remt de vorming van rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes.

Lees meer over trombosebeen . “

Longembolie

Hydroxycarbamide wordt gebruikt bij trombocytemie en polycythemie vera.

Trombocytemie (trombocytose)
Hierbij heeft u te veel bloedplaatjes in het bloed. Als er teveel bloedplaatsjes zijn, kunnen ze samen klonteren en een bloedstolsel vormen.
Via het bloed kan het bloedstolsel ergens anders komen en een kleiner bloedvat afsluiten. Als dit bloedstolsel een bloedvat in de longen afsluit, spreken we van een longembolie. Bij een longembolie kan het bloed minder goed stromen en krijgen de longen te weinig bloed. Ook kan een ader helemaal afgesloten zijn. U gaat dan sneller ademen en heeft pijn met ademen. Ook kan het zijn dat u slijm met een beetje bloed ophoest.

Trombocytemie komt voor bij verschillende vormen van bloedkanker, maar kan ook andere oorzaken hebben.

Hydroxycarbamide remt de vorming van de bloedplaatjes.

Polycythemie vera (ziekte van Vaquez-Osler)
Hierbij maakt het beenmerg te veel rode bloedcellen aan. Het maakt vaak ook te veel bloedplaatjes en witte bloedcellen.

Door het teveel aan bloedcellen wordt het bloed minder vloeibaar (stroperig) en stroomt het minder goed. Dan is er meer kans op bloedstolsels.

Verschijnselen van polycythemie vera zijn hoofdpijn, duizeligheid, kortademigheid, jeuk en koude handen en voeten.
Verder is er meer kans op trombose(been), hartinfarct, longembolie of beroerte.

Hydroxycarbamide remt de vorming van rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes.

Lees meer over longembolie . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Dit medicijn heeft een krachtige werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen en bloedcellen, maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de bijwerkingen na de chemokuur geleidelijk over.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Meer kans op infecties. Neem bij de volgende verschijnselen contact op met uw arts: onverklaarbare koorts of keelpijn en blaasjes in de mond en keel.

    Dit komt door bijwerkingen in het bloed. Uw lichaam maakt minder witte bloedcellen aan. Neem ook altijd contact op met uw arts bij infecties als verkoudheid, keelontsteking, griep, steenpuisten en andere huidinfecties. Soms is het nodig de dosering te verlagen of de volgende toediening uit te stellen. Soms zijn er medicijnen mogelijk om de aanmaak van bloedcellen te stimuleren. De arts zal uw bloed daarom tijdens de behandeling regelmatig laten controleren. Ook al voor u aan de behandeling begint. Het bloed herstelt zich weer als de kuur is afgelopen.

  • Bij mannen: onvruchtbaarheid door een verminderde aanmaak zaadcellen.

    Dit herstelt zich meestal wel, maar soms niet volledig nadat u met de behandeling bent gestopt.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Bloedarmoede en een meer kans op bloedingen, zoals bloedneuzen. Krijgt u last van extreme vermoeidheid, bleke huid en bleke slijmvliezen, bloedneuzen, blauwe plekken of onderhuidse bloedingen? Neem dan contact op met uw arts.

    Deze bijwerkingen ontstaan doordat het lichaam minder rode bloedcellen en bloedplaatjes aanmaakt. De arts zal uw bloed daarom tijdens de behandeling regelmatig laten controleren. Ook al voor u aan de chemokuur begint. Het bloed herstelt zich weer na de kuur.

  • Maagpijn, zuurbranden, ernstige diarree, verstopping (obstipatie) en misselijkheid.

    Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van maag en darmen. Om maagpijn en brandend maagzuur te bestrijden, kan de arts een maagbeschermend middel voorschrijven. Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Soms helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes. Zorg dat u extra drinkt als u diarree heeft en moet overgeven. Neem contact op met uw arts als u behalve uw normale ontlastingpatroon viermaal of vaker per dag dunne ontlasting heeft of als u ook 's nachts diarree heeft. Soms is het nodig om uitdroging te voorkomen met geneesmiddelen tegen diarree of een vochtinfuus. Ook als u vaker dan één keer per dag moet braken moet u de arts waarschuwen.

  • Koorts, rillingen

  • Pijnlijke mond, tong of keel.

    Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond, keel en slokdarm. U kunt dit zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen, tijdens en direct na de chemotherapie. Tijdens de chemokuur kunnen ingrepen aan uw gebit of in uw mond de klachten verergeren. Daarom is het verstandig vóór u aan de chemokuur begint, uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Huidklachten, zoals jeuk, uitslag, bultjes, roodpaarse zwellingen en vlekken. Verergering van de huidklachten die bij bestraling ontstaan.

    Soms worden de huidreacties veroorzaakt door allergie. Als dat het geval is mag u dit middel niet opnieuw gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u allergisch bent voor dit medicijn. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit middel niet opnieuw krijgt.

  • Hoofdpijn, duizeligheid

  • Effecten op het zenuwstelsel: in de war zijn, dingen zien die er niet zijn (hallucinaties) en spiertrekkingen.

  • Ontsteking van de lever

    U kunt dit merken aan plotselinge hevige pijn in de bovenbuik, een opgezwollen buik, gele kleur van huid en oogwit, onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid, keelpijn met koorts en blaren in de keel. Heeft u een van deze bijwerkingen? Waarschuw dan direct uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Pijn bij plassen.

  • Longaandoeningen. Raadpleeg uw arts als u steeds benauwder wordt.

  • Hand-voet-syndroom. Hierbij raken de handen en voeten rood en gezwollen. Uw handen en voeten kunnen dan pijn gaan doen, branderig aanvoelen of gaan kloven, blaren of vervellen.

    Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts.

  • In zeldzame gevallen kan lupus erythematodes (LE) ontstaan. Dit begint met een vlindervormige rode uitslag in het gezicht, maar kan zich uitbreiden naar andere delen van de huid en in de organen.

Als u het middel meerdere maanden gebruikt

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Pijnlijke huidzweertjes, vooral op de benen.

    Raadpleeg dan uw arts. De zweertjes genezen vaak weer nadat u met de behandeling bent gestopt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Huidveranderingen, zoals haaruitval, donkere vlekken, dunne huid, veranderingen aan de nagels, een droge huid en blauwpaarse bobbeltjes.

    Raadpleeg bij dergelijke huidveranderingen uw arts.

  • Meer kans op kanker, zoals huidkanker.

    Bescherm daarom uw huid tegen de zon.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik hydroxycarbamide gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen en niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'Samenstelling'.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Vaccins. Meld altijd aan de arts dat u hydroxycarbamide gebruikt. Dit middel kan de werkzaamheid van sommige soorten vaccins verminderen en de kans op bijwerkingen door de vaccins vergroten. Overleg met uw apotheker of arts als u moet worden gevaccineerd.
  • Carbamazepine, een medicijn gebruikt bij epilepsie, zenuwpijn en manische depressiviteit. Hydroxycarbamide verlaagt de hoeveelheid carbamazepine in het bloed, waardoor het minder goed werkt. U arts uw bloed extra controleren en de dosering carbamazepine eventueel aanpassen.
  • De bloedverdunners acenocoumarol en fenprocoumon. Hydroxycarbamide kan de werking van de bloedverdunner beïnvloeden. Licht de trombosedienst daarom in als u hydroxycarbamide gaat gebruiken, de dosering verandert of als u stopt met het gebruik van hydroxycarbamide.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Ja, dat kan. Dit medicijn heeft geen invloed op hoe goed u kunt autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van het maagdarmkanaal. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op de maag en darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de kuur en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag verdraagt. Bepaalde soorten voedsel zijn echter af te raden als u last heeft van uw maag.

Op deze site kunt u onder 'Klachten & ziektes', 'Maagklachten' adviezen vinden voor mensen met maagklachten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of wilt worden. Dit medicijn kan slecht zijn voor de baby. Het kan aangeboren afwijkingen bij de baby veroorzaken. Tijdens de behandeling en tot 6 maanden daarna mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn moet gebruiken. Dit medicijn komt in de moedermelk terecht. Het zal bijwerkingen bij het kind geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?

Capsules

  • Neem de capsule in met een half glas water. De capsules niet openmaken.
  • Ziet u bij het openmaken van de verpakking kapotte capsules of los poeder? Sluit de verpakking dan weer goed en breng deze terug naar de apotheek.
  • Krijgt u wat poeder uit open capsules op uw huid of in uw ogen? Was uw huid dan goed af. Spoel uw ogen met veel water.
  • Komen anderen met dit middel in contact? Raad hen dan aan zich meteen af te spoelen. Zo beperken ze de risico's tot het minimum.

Tabletten

Neem de tablet heel in met een half glas water.

Heeft u problemen met slikken? U mag de tablet ook oplossen. Gebruik hiervoor een theelepel. Leg de tablet op de theelepel en voeg hier een klein beetje water aan toe. Wacht totdat de tablet uiteen is gevallen. Drink het mengsel dan meteen op. U mag een druppel siroop toevoegen voor de smaak. Of de inhoud van de theelepel vermengen met wat voedsel. Drink hierna een vol glas water.

Drank

Lees voor gebruik de uitgebreide instructie in de bijsluiter.

  • Doe eerst wegwerphandschoenen aan.
  • Haal de dop van de fles. En duw de bijgeleverde flesadapter (hulpstuk) stevig in de flessenhals. Deze moet altijd in de fles blijven zitten.
  • Gebruik de bijgeleverde doseerspuit om de juiste hoeveelheid af te meten. Vraag aan uw apotheker of arts tot welk maatstreepje u de drank moet afmeten. En welke van de 2 bijgeleverde doseerspuiten u hiervoor moet gebruiken.
  • Duw de punt van de doseerspuit stevig in de adapter.
  • Houd de fles ondersteboven. Trek de zuiger van de spuit terug zodat de drank in de spuit komt. Zorg ervoor dat u de drank precies tot de juiste maatstreep opzuigt.
  • Draai de fles weer rechtop en haal dan pas de spuit weer uit de adapter. Pak de spuit hierbij in het midden vast en niet bij de zuiger.
  • Spuit de inhoud van de spuit langzaam tegen de binnenkant van uw wang. Neem de spuit uit uw mond en slik de drank door.
  • Drink na het innemen van de drank een beetje water. Zo blijft er niets van het medicijn achter in uw mond.
  • Plaats de dop terug op de fles.
  • Maak de spuit schoon met koud of warm water.
  • Voorkom morsen van de drank. Anders kunnen uw huisgenoten er mee in aanraking komen.
  • Krijgt u wat van de drank op uw huid of in uw ogen? Was uw huid dan goed af met water en zeep. En spoel uw ogen met veel water.
  • Komen anderen toch met dit medicijn in contact? Raad hen dan aan zich meteen af te spoelen. Zo beperken ze de risico's tot het minimum.

Wanneer?
Per ziekte is er een ander toedieningsschema. Uw arts bepaalt dit voor iedere individuele patiënt afzonderlijk.

Hoe lang?
Het is afhankelijk van uw aandoening hoe lang u dit middel moet gebruiken.

  • Leukemie: vaak gedurende twee tot drie weken. Soms wordt de behandeling daarna nog voortgezet gedurende meerdere maanden.
  • Polycythemie vera en sikkelcelziekte: de behandeling gaat door zolang u het middel verdraagt en het goed blijft werken.

Wat te doen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel?
Voor uw directe omgeving, zoals huisgenoten, is het verstandig contact te vermijden met uw lichaamsvloeistoffen. Dit betekent niet dat aanraken of zoenen verboden is. Het gaat alleen om maatregelen om niet in aanraking te komen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel, omdat het geneesmiddel hierin aanwezig is.

Neem daarom tot twee dagen na de laatste dosering de volgende maatregelen.

  • Was uw handen na elk toiletbezoek. Mannen kunnen het best zittend plassen, om spatten te voorkomen.
  • Spoel na gebruik van het toilet 2 keer achter elkaar door, met het wc-deksel dicht. Zo voorkomt u spatten. Maak het toilet elke dag schoon.
  • Komt u in contact met lichaamsvloeistoffen, bijvoorbeeld bij schoonmaken? Gebruik dan wegwerphandschoenen.
  • Zit er urine, ontlasting, bloed of braaksel of uw kleding of beddengoed? Doe ze dan meteen in de wasmachine. Was ze niet samen met ander wasgoed. Kunt u ze niet meteen wassen? Bewaar ze dan in een afgesloten plastic zak.
  • U kunt resten van urine, ontlasting en braaksel opruimen met een wegwerpmatje of keukenpapier. Gooi ze daarna weg in een dubbele afvalzak. Maak de plek daarna eventueel schoon met een sopje. Spoel het sopje door het toilet.
  • Bloed en wondvocht kunnen resten van het medicijn bevatten. Doe daarom verband, gaasjes en ander wegwerpmateriaal in een dubbele afvalzak.
  • Ook sperma en vaginale uitscheiding kunnen resten van dit medicijn bevatten. Gebruik een condoom en/of een beflapje. Deze kunt u weggooien in een dubbele afvalzak.
  • Wilt u meer weten? Bekijk dan de adviezen op kanker.nl.
Terug naar overzicht